Met nog een maand te gaan voor de start van het kandidatentornooi in Yekaterineburg kunnen we al even voorbeschouwen. Caruana warmde zich op in Wijk Aan Zee en vermorzelde de GM tegenstand met een score die in het moderne schaak alleen Kasparov en Carlsen hem voordeden (alsof dat lijstje nog niet exclusief genoeg is: de tegenstand van Caruana was sterker). Hij liet bovendien zien dat prestaties zoals Sinquefield in 2014 geen eenmalige gebeurtenissen waren. Ding Liren doet het consistent goed en demonstreerde dat hij een koele kikker is die zelfs in een tiebreak Carlsen lik op stuk kan geven. Zij zijn de favorieten. Of ze achteraf ook effectief van Carlsen gaan winnen is een andere zaak. Maar het kán wel. Carlsen worstelt met motivatie en hij moet soms al tegenover een gehypte jeugdspeler zoals Firouzja staan om het beste van zichzelf te geven. Caruana en Ding zijn 2 jaartjes jonger dan Carlsen en vooral nog gretiger. Van Alekseenko verwachten we dat hij hoofdzakelijk als boksbal voor de andere Russen dient, Giri is al tijden niet in vorm en ook bij Radjabov kan je je serieuze vragen over motivatie stellen. Maar schaken is een wrede sport en op het kandidatentornooi kan je alles verwachten. Het tornooi zal wel op alle vaste plaatsen met commentaar te volgen zijn, maar vorig jaar moest je voor de live-videostream wel betalen. Daar kreeg je dan wel commentaar van Judit Polgár bij, en die was geniaal. Men maakte toen eens de fout er een mannelijke GM collega van “maar” 2500 Elo naast te zetten en die merkte tot zijn afgrijzen dat al zijn suggesties in een fractie van een seconde tactisch weerlegd werden. Op het WK zelf gaf Polgár ook commentaar, maar dat was veel slapper. Waarschijnlijk is toen gevraagd om het wat toegankelijker te houden voor de massa. Het kandidatentornooi volgen mensen buiten de schaakwereld sowieso niet dus daar was dat geen factor. Als u dus graag live ziet hoe iemand als Aronian zijn wereld en titeldromen ziet ineenstorten na een Tg8! van Kramnik, kan de livestream – mocht hij dit jaar niet gratis zijn – een goede investering wezen. Schaken is een wrede sport, we zeiden het al.
Voor het kampioenschap van Aalst 2019-2020 hadden we de favorieten van vorig jaar verwacht: Nando de Blende en Berwout Heymans, misschien aangevuld met Jeroen Boodts die nu meespeelt en Frans De Smet, hoewel die laatste natuurlijk door de Elo-opmars van de jeugd zijn kansen iedere dag ziet slinken. Niks daarvan! Andreas Roelandt tikte er +300 Elo bij en kwam zich in het titelgevecht mengen. Hij liet bovendien begin januari vallen dat hij dit jaar ging “tryharden”. Met andere woorden, 300 Elo er bij krijgen op 1 jaar, dat is wat er gebeurt als je slabakt?! Misschien is het vooral jeugdig brio en optimisme. Vorige week claimde Andreas nog een winst in een stelling die wij remise noemden in onze analyse hier. Vreemd, want die remise kwam nochtans recht uit de 7-stukken eindspeldatabase…
De gretigheid merken we ook aan de vragen over hoe het paringsalgoritme nu precies werkt. Met andere woorden: er wordt huiswerk gemaakt. Dus wist Andreas dat hij deze week met wit tegen Berwout aan de bak moest. En dat die partij cruciaal was voor het clubkampioenschap. In hoeverre het huiswerk was weten we niet, maar Berwout tastte zwaar mis in een minder gebruikelijke doch zeer topische variant van de Grünfeld en werd geheel kansloos van het bord gespeeld (partij achter de link). Klein schoonheidsfoutje: zwart had met een tactisch geintje nog remise kunnen maken op het einde. Een schaakpartij moet je iedere zet winnen. Het is een wrede sport.
Andreas Roelandt staat nu alleen aan de leiding.